‘Hoe was school?’ vraagt mama. Vlug neemt Boaz een hap van zijn aardappels. Hij kauwt zo langzaam mogelijk. Alsof hij alles tot puree moet malen. Zolang hij maar niet hoeft te praten. Niet over school. Niet over papa. Nergens over.

‘Boaz. Geef je nog antwoord?’ Ze houdt haar bemoeizuchtige moederogen strak op hem gericht. Zoals een havik loert naar zijn prooi. Hij voelt het opkomen. Net als op school. Daar ging het weer mis, maar dat hoeft zij niet te weten. Waarom willen moeders altijd alles weten?

Ze is gestopt met eten. Alsof ze zo kan afdwingen dat hij gaat praten. Dat hij vertelt ‘wat er in hem omgaat’. Mooi niet. Waarom vraagt ze de hond niet hoe zijn dag was? Of haar telefoon? Voor die laatste heeft ze toch meer aandacht. Langzaam slikt Boaz zijn laatste hap weg. Met trillende handen schept hij een nieuwe lading aardappels uit de pan. Ze vallen als bommen op zijn bord. Bam. Bam. Bam. 
Zijn moeder zucht. ‘Ik ben klaar mee.’ Ze tikt met haar vingers op het tafelkleed. ‘Je vertelt mij hoe je dag was, of je gaat naar bed.’ Boaz zegt niets. ‘Dus.’ zegt ze. ‘Ga je nog praten?’ Dat getik weer.
Ineens schiet hij op uit zijn stoel. Een stuk aardappel vliegt van zijn vork en komt met een doffe klap op de keukenvloer terecht. Daarna is alles zwart. Net als op school. Alsof het licht uit gaat. Kopje onder in de nacht.
In de verte hoort hij de stem van zijn moeder. ‘Boaz? Wat doe je?’
Plotseling gaat het licht in zijn hoofd weer aan. ‘Boaz?’ Haar stem klinkt smekend.
Hij weet niet hoe het zo gekomen is. Maar hij staat hier. Voor haar. In zijn hand glimt een vork, die hij strak voor haar keel houdt.


Floor Tinga